In Jan Ullrich – De man, de mythe, de waarheid werpt de Britse wielerjournalist Daniel Friebe licht op het bewogen leven van Jan Ullrich. De man die een enorme motor had, maar niet altijd de juiste versnelling wist te vinden. Een grondige analyse van zijn jeugd, zijn ontwikkeling tot wielerprof en zijn eeuwige gevecht met zichzelf laat zowel de klasse als de inktzwarte kanten van Ullrichs carrière zien. Friebe sprak met vele oud bekenden van ‘Ulle’ om een compleet beeld te schetsen van een man die in zichzelf niet af is. De verschillende perspectieven geven een beeld over de drijfveren en angsten van de Duitse wielerheld, maar roepen door de mystiek, zwijgcultuur en ongrijpbare gedragingen net zoveel nieuwe vragen op.
Opkomst van een Duitse wielerheld
Friebe, een ervaren Britse wielerjournalist, waagde zich aan een uiterst complexe taak om de mist rond Jan Ullrich te laten verdwijnen. De tientallen oud collega’s, ploegleiders, vrienden en kennissen die hij sprak werpen ieder een eigen beeld van Ullrich op, waarin de gemene deler is dat de Duitser ontzettend zachtaardig en vriendelijk is. Er zijn maar weinigen die slechte ervaringen hebben met hem als persoon, maar als wielerprof heeft hij een hoop steken laten vallen. Zijn eetprobleem, dat bijna iedere winter weer de kop opstak, wordt aan de hand van sprekende voorbeelden in een psychologisch perspectief geplaatst. Vooral zoetigheid als chocola, Nutella en vanille-ijs worden genoemd als middel om een grote leegte op te vullen. ‘Hij kon met gemak twee liter ijs naar binnen werken’, aldus oud collega Jorg Jaksche.
Hoe Ullrich werd zoals hij is, wordt in het boek gespiegeld aan zijn jeugd in de DDR. Friebe schets een beeld waarin Ullrich, opgevoed door zijn moeder, al vroeg zijn talent voor sport ontdekte en zich overgaf aan een systeem dat succesvol was, maar tevens een broedplaats van onethische medische experimenten op sporters. Ullrich gedijde goed in het rechtlijnige trainingsklimaat van Peter Becker en groeide hiermee als snel uit tot een van de meest talentvolle Oost-Duitse wielrenners van zijn generatie. Zijn verhuizing naar Berlijn, het vallen van de muur, ‘Die Wende’ en uiteindelijk zijn verhuizing naar Hamburg, waren onderdeel van zijn professionele groei als wielrenner, maar van een emotionele en sociale ontwikkeling leek in die tijd nauwelijks sprake.
Wanneer Telekom in 1995 in zee gaat met Ullrich, begint een nieuwe tijdperk dat in het boek aan de hand van collega’s, trainers en belangrijke wedstrijden volledig wordt uitgepluisd. De ijzersterke Duitser maakt een enorme indruk door zijn vermogen om te fietsen, maar heeft op alle andere vlakken zijwieltjes nodig om overeind te blijven. Zijn tourwinst in 1997 zet de Duitse wielerwereld op zijn kop en is tevens het begin van de lange worsteling tussen Ullrich en de rest van de wereld. Friebe verbeeld deze strijd met anekdotes van ploegleiders Rudy Pevenage en Walter Godefroot, maar ook van Telekom-ploeggenoten Erik Zabel, Bjarne Riis, Rolf Aldag en Jorg Jaksche en zijn eeuwige rivaal Lance Armstrong. Die laatste, in veel opzichten een tegenpool van Ullrich, spreekt positief over Ullrich omdat ‘het gewoon een hele aardige gozer is’.
Een worsteling met het leven als wielerprof
Juist deze vriendelijkheid, die soms leek door te slaan in naïviteit en zelfs passiviteit, is wat een nieuwe Tourzege in de weg leek te staan. Rudi Pevenage, zijn ploegleider en vertrouwenspersoon bij Telekom, en Peter Becker, jarenlang de vaste trainer van Ullrich, spendeerden hun wintermaanden om de ruwe diamant Ullrich te polijsten. Vaak was het gevolg een terneergeslagen en te zware renner die in het voorjaar een inhaalrace moest inzetten om zijn seizoen te redden. Eenmaal de kachel aan het branden, was Ulle niet meer te stoppen en nam zijn trainingsethos grootste vormen aan in het Zwarte Woud, rond zijn woonplaats Merdingen. De jaarlijkse cyclus waarin deze show zich afspeelde, toont de tragiek van een fantastische renner met een karakter van de doorsnee wieleramateur die worstelt met het kerstdiner.
Waar Ullrich inmiddels grossiert in 2e plaatsen in de Tour de France, zijn het toch ook vooral de escapades naast de koers die zijn imago schaden. Zijn dronkemansrit na een avond stappen, maar zeker ook de twee xtc-pilletjes die hij in München slikte, bleken grote gevolgen te hebben voor zijn bestaan als renner en zijn relatie met de Duitse wielerfans. Friebe laat zien hoe Ullrich worstelt met zijn motivatie om op topniveau te presteren, wat meerdere malen leidt tot inzichten om er dan maar helemaal mee te kappen. Het is zijn entourage en vooral zijn liefde voor de sport die hem steeds weer op de fiets krijgt, de enige plek waar Ulle zich echt comfortabel lijkt te voelen. Als lezer wordt je meegezogen in het onbegrip van de ploegleiders, teamgenoten en fans, maar voel je tegelijkertijd compassie met een jongen die gewoon zo hard mogelijk wil fietsen als het hem uitkomt.
Een donkere dopingwereld
Friebe verweeft de grote donkere wolk die boven deze wielerperiode hangt in grote delen van het verhaal, al worden de details naarmate het boek vordert steeds duidelijker. Het is de constante strijd om het beste ‘geprepareerd’ te zijn en de zoektocht naar de juiste sportartsen, dat deze wielerperiode tekent. Zo wordt er verder ingegaan op de actieve rol die Joseph Keul, ploegarts van Telekom en directeur van de Freiburg kliniek, had in het leveren en toedienen van de juiste dosis epo aan de coureurs. In een tijd waarin renners toch naar bevorderende middelen zouden grijpen, zag de arts het als zijn taak om dit dan op zijn minst ‘verantwoord en veilig’ te doen. Ook de zaakjes van Eufemanio Fuentes (dr. Fuentes), die meerdere toprenners waaronder Ullrich jarenlang van bloeddoping voorzag, worden aan de hand het Spaanse politiedossier haarfijn uitgelicht. Dit onderzoek en de arrestatie die volgde, is wat uiteindelijk leidt tot ontmaskering van ‘hijo de Rudicio’ ofwel ‘de zoon van Rudy (Pevenage)’.
In 2006 fietst Ullrich de Giro, als het net om Fuentes en zijn clienten begint te sluiten. De onrust in het peloton is groot, zeker onder de renners die hun connectie met de beruchte arts maar al te goed kennen. Ullrich is dan in ‘Bombenform’ en van plan zijn laatste Tour de France te gaan winnen, maar wordt vlak voor het Grand Depart teruggetrokken door zijn ploeg T-Mobile. De situatie is onhoudbaar en in het onderzoek dat volgt worden al snel bloedzakken, telefoontjes en vliegreisjes gevonden die Rudy Pevenage en Jan Ullrich linken aan dr. Fuentes. Het einde van Ullrichs carrière, besmet door de schokkende onthullingen, zorgen voor ontgoocheling bij de Duitse wielerfans, sponsoren en media. De val van wielerheld Ulle zorgt voor een harde breuk tussen de Duitsers en de wielersport, die een kleine tien jaar zal duren.
Na deze val lijkt Ullrich niet meer op te staan. Friebe verbeeld de pogingen die hij doet om begrip te kweken bij de Duitse fans en media, maar die averechts blijken te werken. De ongelukkige uitingen van Ullrich zorgen voor harde breuk, waar hij nog steeds niet van is herstelt. Na een aantal jaar ‘uit het raam te hebben gestaard’ lijkt er aan de hand Falk Nier en Charly Steeb een kanteling gaande als het merk Jan Ullrich nieuw leven in wordt geblazen. Dit blijkt echter van korte duur, waarna Ullrich op Mallorca steeds verder van de realiteit verdrijft. Het vermaakt zich met zogenaamde vrienden, nieuwe kennissen en voornamelijk veel drank, sigaretten en drugs. Het is de worsteling die zich herhaalt, alleen dan zonder de fiets en de juiste mensen om hem heen.
Het boek is een waardevolle bron voor wielerliefhebbers die niet alleen geïnteresseerd zijn in de sportieve worsteling, maar juist ook in de mentale worsteling die Ullrich, zijn ploeggenoten en zijn ploegleiders ondergingen in tijden van groot succes, verwerpelijke preparaties en bevlogen media-aandacht. Er worden net zoveel antwoorden gegeven als dat er vragen worden opgeroepen, maar juist dit is de puzzel waar iedereen in dit verhaal maar niet het laatste stukje van weet te vinden.
Daniel Friebe. Jan Ullrich: de man, de mythe, de waarheid. Thomas Rap. 528 pagina’s. €27,50.

Pingback: Hoe eet je als fietser (on)gezond in de winter? - De Vroege Vlucht